Marinehospitaal
R e ü n i e s i t e    M H O
met al het nieuws namens uw Reüniecommissie!
  • H o m e
  • H e t   M a r i n e    j a r g o n

    HIC IN PORTU NAVIGAS
    (bron:van baroe tot branie,
    Fré Harmsen, Bonneville BV Bergen, 1991)


    De Koninklijke Marine mag dan gerekend worden tot één van de modernste bedrijven ter wereld, toch is het een bedrijf met eeuwen oude tradities. Die bestaan uit gewoonten, gebruiken, uitdrukkingen en ongeschreven regels. Sommige stammen nog uit de tijd van de Republiek der Zeven Provinciën.

    Technisch en ook maatschappelijk zijn er sinds die tijd veel dingen onherkenbaar veranderd, maar andere zijn gebleven om de simpele reden dat ze nog steeds als zinvol worden ervaren.

    Wie zich echt thuis wil voelen bij de marine moet niet alleen op de hoogte zijn van de formele regels, maar ook met de geërfde tradities die nog steeds voortleven en die de sfeer en leefwijze bij de marine mede bepalen.

    Hieronder volgen een aantal uitdrukkingen die bij de marine gebruikt worden:

    A

    Aanslaan De vlag bevestigen aan de hijslijn

    Achterzeilen Het schip missen als het naar zee vertrekt

    Admiraal Opperbevelhebber. Het woord is afkomstig uit het Arabische ‘emir al mar’,wat generaal ter zee betekent. Het woord is ten tijde van de kruistochten in de scheepstaal opgenomen

    Afduwers Familie, vrienden en kennissen van opvarenden die een vertrekkend schip uitgeleide doen.

    Aflossen De wacht overnemen

    Aftrap Einde van een gebeurtenis

    Alle Hens Ook ‘alle hens voor de boeg’ genoemd. De hele bemanning laten aantreden voor bijvoorbeeld een toespraak van de commandant, het bekend maken van een belangrijke mededeling of het uitreiken van een medaille. ‘Alle hens voor de boeg’ is een verbastering voor ‘Alle hens voor de boog’. Op de oude zeilschepen de afscheiding tussen voor uit (het scheepsvolk) en achteruit (de officieren)

    Allemans-endje Meestal fraai geknoopt touw aan de klepel van de scheepsbel

    B

    Baantjesgasten Oorspronkelijk de aanduiding van opvarenden die een bepaald beroep uitoefenden. Nu alleen nog gebruikt voor de kleermaker, de schoenmaker, de kapper en de wasser

    Bak Kleine afdeling manschappen. Een aantal bakken vormt een divisie. Ook het voorste bovendek van een schip word bak genoemd

    Bakboord Links

    Bak één Bijnaam voor de état major

    Baksgewijs Per bak aantreden voor appél

    Bakskind Schepeling ingedeeld in een bak

    Baksmeester Een kaderlid, meestal een korporaal, die de leiding heeft over een bak

    Balie kluiven Over de reling van een schip hangen

    Balken Het verschuiven van de zeewacht-volgorde

    Barang Goederen, bagage, spullen

    Baroe Nieuweling

    Bezoldiging Salaris. Van oudsher krijgt scheepsvolk (ook koopvaardij) een bezoldiging. De term ‘wedde’ is afkomstig van de landmacht

    Bezorgen Iets goed vastzetten; zeevast sjorren

    Blauwe hap Indische maaltijd

    Blauwe jongen Iemand van Indische afkomst

    Boer Aanduiding voor iemand met een bepaalde taak: waterboer, olieboer

    Boerenknoop Foutief gelegde knoop

    Boerennacht Een nacht waarin men geen wacht hoeft te lopen

    Boerennachtgast Iemand die geen wacht hoeft te lopen

    Boordplaatser Degenen die gebruik maakt van de accommodatiefaciliteiten van de kazerne of schip

    Bootsmanfluitje Een fluitje uit de tijd van de grote zeilschepen, waarmee signalen kunnen worden gegeven. De bootsman kon toen staande op dek opdrachten geven aan bijvoorbeeld iemand hoog in de mast. Het fluitje wordt nog steeds gebruikt

    Bottelier Beheerder van de rantsoenen. Tot 1979 een apart dienstvak. De dienstvakkenbottelier, kok en hofmeester zijn nu samengesmeed tot de logistieke dienst verzorging

    Bovenrol Aan boord geplaatst personeel dat niet tot de eigenlijke bemanning behoort of welke niet op een functienummer is geplaatst

    Brede zij De zijden van het schip in de midscheeps

    Broeking Versterkte kant van een vlag, waaraan een lijn is bevestigd

    Buiswater Overspattend water

    Buitengaats Op zee

    C

    Chef d’equipage Hoofd van de bemanning beneden de rang van officier

    Contourverlichting Een (grote) hoeveelheid lampjes, aangebracht langs de hoofdlijnen van het schip. Wordt voornamelijk toegepast bij officiële bezoeken, om te ‘illumineren’

    D

    Degaussen Het opheffen van het scheepsmagnetisme

    Derde baal Matroos in de stand van derde klasse

    Detail Een groep goederen, deel uitmakende van de scheepsuitrusting, die zo is samengesteld, dat het personeel van een bepaalde dienstgroep daarin al de goederen vindt, die het nodig heeft voor zijn/haar werkzaamheden

    Doormannen Van hand tot hand doorgeven

    Drijfijs Stukjes spekvet die in de erwtensoep drijven

    E

    Eén uit Toemstemming om een strootje te roken

    Eerste officier Ook oudste officier. Is belast met de uitvoering van de scheepsdienst

    Equipage Bemanning beneden de rang van officier

    État major Alle officieren met uitzondering van de commandant

    F

    Facteur Iemand die belast is met de postverzorging

    Fanion Kleine vlag, meegevoerd door een marcherende troep, ter vervanging van het vaandel. Aan een fanion worden geen eerbewijzen gebracht

    Fender Groot stootkussen van rubber, veelal gevuld met samengeperste lucht

    G

    Gamelle Ruimte waar de opdiening van maaltijden wordt voorbereid

    Gerrit Een meeuw die op de geusstok zit of boven zee vliegt. Als iets overboord wordt gegooid is het ‘voor Gerrit’

    Geus De geus als kleine vlag op de boegspriet is al zo oud als de vaderlandse driekleur die stadhouder Prins Willem I in 1572 als opperbevelhebber op de schepen liet voeren. Aanvankelijk was de geus driebaning,later werden de kleuren stervormig gerangschikt

    Glazen slaan Het met belslagen aangeven van het aantal uren en halfuren van de wacht

    Gouden bal Verblijf van de onderofficieren

    H

    Handen schoon Teken dat het over vijf minuten voor vastwerken is. Tijd om spullen op te bergen

    Heilige dagen Vergeten plekken bij het schilderen

    Houten bek Pech, het gaat niet door

    I

    In de peiling lopen Door zijn gedrag opvallen

    Inleggen Inrukken. Wie klaar is met het werk kan inleggen

    Inscheren Een lijn of tros op de juiste wijze door openingen van een blok nemen. Ook wel het inkorten van een geweerriem

    J

    Joelen Eerbewijs voor hare majesteit de Koningin,
    bestaande uit het op commando gelijktijdig uitroepen van en driewerf ‘Hoezee’ en opzwaaien van de rechterarm (met hoofddeksel)

    Jonker Aanspreektitel van een adelborst door een schepeling

    Jutter Nieuwediepers (geboren en getogen in Den Helder)

    K

    Kaan Bijnaam voor de Chef der Equipage. Geen aanspreektitel

    Kabelgast Beheerder van het kabelgat

    Kabelgat Bergplaats voor de scheepsinventaris van de nautische dienst

    Kajoe Timmerman

    Kakken(ook; ‘kakkies’) Voeten

    Kastbaas Beheerder van de gereedschappenkast van de machinekamer

    Katje Verbastering uit het Maleis. Met katje wordt bezoldiging bedoeld

    Keesje Leren zakje met zand aan een dunne lijn. Wordt gebruik om trossen naar de wal te brengen

    Ketelaar Na-eter; ook wel een algemene uitdrukking voor iemand die achter het net vist

    Klaren Een klus klaren - afmaken. De vlag klaren: en vlag die ergens in verward is geraakt weer vrij laten wapperen

    Knikken en knakken Gymnastiek

    Knippen en scheren Letterlijk in scheepstaal: (houten) scheepshuid schoonmaken van wormen, kokkels en dergelijke

    Figuurlijk Ik zal je knippen en scheren is ‘ik zal je krijgen!’

    Kok schep op Vroeger signaal gegeven op de scheepsbel als de zeuntjes het eten in de kombuis konden afhalen
    om het aan de bakken te verdelen. Aanhoudend geslagen wordt het tegenwoordig nog wel gebruikt als brandalarm

    Kombuis Scheepskeuken

    Kombuispraat Geruchten of verhalen die nergens op berusten. Bakerspraatjes

    Kommaliewant De voorraad borden, mokken, bestek enz.

    Kooi Bed aan boord van een schip

    Kouwe boel Deel van het machinekamerpersoneel, belast met de uitvoering van reparaties. Meestal vrij van zeewacht

    L

    Lappen en naaien Het onderhouden van de PSU

    M

    Mandiën Douchen (ook, maar moderner: ‘soppen’ of ‘onder het gemalen water gaan staan’)

    Meerrol Procedure uitgevoerd door ingedeeld personeel waarbij het schip wordt afgemeerd langs de steiger

    N

    Neef Aanspreektitel voor matrozen

    O

    Oedjang Regen

    Oedjang kapok Sneeuw

    Om de Noord gaan In noordelijke richting gaan. Ook om de zuid, west en oost gaan Onklaar Met een slag erin. Onklare wimpel, vlag, anker enz.

    Oplopen Letterlijk in nautisch jargon: een schip met dezelfde koers voorbijvaren. In het marinejargon: iemand een bezoekje brengen

    Oploper Een collega van een ander schip op bezoek of zelf op bezoek op een ander schip

    Opwerken Een schip dat met nieuw personeel aan boord gaat oefenen

    Oud wijf Een verkeerd gelegde platte knoop

    Overal Afkorting van ‘overal uit de kooi komen’. Opstaan

    De Ouwe De commandant (niet te gebruiken in de nabijheid van de commandant)

    P

    Paai Manschap belast met het onderhoud van verblijf, werkplaats of een bepaald gedeelte van het schip

    Parade Militair vertoon. Vlaggenparade: ceremonieel rond het hijsen van de vlag.

    Op parade komen Zich bij de commandant verantwoorden voor een vergrijp

    Passagieren De wal op gaan (bijvoorbeeld om te gaan winkelen of Stappen)

    Pavoiseren Feestelijke versiering van een schip door middel van lijnen met seinvlaggen van het voorschip via de toppen van de masten of schoorstenen naar het achterschip, in de volgorde: rood, wit en blauw

    Pendek Korte onderbroek

    Poeroet Chocolade(melk)

    Potdeksel De scheiding tussen het dek en de scheepshuid, of bovenzijde van de verschansing

    Praaien Aanroepen, aanklampen, uitroepen van een mededeling

    R

    Regelnummer Alle functies van een schip of inrichting hebben een uniek volgnummer, voorafgegaan door twee letters (aan boord van de schepen geven die letters de dienst weer. Het regelnummer geeft onder meer een functiebenaming,een functiekwaliteit en een functieomschrijving weer

    Rol Lijst van personeel. Er zijn diverse rollen. De commandementsrol geeft aan welke mensen onder een bepaalde commandant vallen, de meerrol geeft aan welk personeel is ingedeeld voor het af- of ontmeren van het schip, etc.

    S

    Salamat makan Maleis voor Eet smakelijk!

    Scepter Stut van het hekwerk of van een loopplank

    Schaften Eten

    Scheepstijd De tijd waarin de werkzaamheden worden verricht

    Scheepstoko Winkeltje aan boord waar versnaperingen en dergelijke worden verkocht

    Schoren Een schot versterken met behulp van balken en keggen

    Ship-Chandler Leverancier van scheepsbehoeften

    Sjorren Vastmaken

    Slingerlatten Latten, die bij stormweer op tafel of in servieskasten worden bevestigd om het breken van het kommaliewant te voorkomen

    Smarten Met zeildoek en touw een lek in een leiding tijdelijk afdichten

    Sepatoe Uit het Maleis: schoen. Ook benaming voor de schoenmaker

    Soeratje Stukje papier om een notitie op te maken

    Stappen Uitgaan. De wal op gaan

    Stoker Iemand van de technische dienst werktuigtechniek (tot 1979 machinist geheten). In vroeger tijden een bestaand dienstvak

    Strootje Sigaret

    Stutten Een dek stutten= een dek ondersteunen bij bijvoorbeeld averij Hij trok aan zijn stutten= hij ging weg Tegenroer geven om de draai van het schip te stoppen

    T

    Theewater Avondmaaltijd

    Tjetten Verbastering van het Indonesische ‘mengecét’ Schilderen

    Tjot Berg of heuvel

    Toelis Schrijver. Een militair met als dienstvak logistieke dienst administratie

    Toetoep (Maleis=sluiten) bepaald tropentenue voor ceremoniële aangelegenheden met hoge gesloten boord

    U

    Uitdeketting Waarschuwing bij ten anker komen om bij de ankerketting vandaan te gaan omdat het anker zo kan vallen (veiligheid). Ook vervangende naam om een onbepaald persoon aan te wijzen

    Uitknijpen (stiekum) Niet werken op een andere plaats dan waar je geacht wordt wel te zijn

    Uitluisteren Naar een bericht of mededeling luisteren

    Uitmonstering Onderscheidingsteken die rang of stand en dienstgroep aangeven

    V

    Vast zo Ophouden, eindigen met

    Vastwerken Einde werkzaamheden

    Vervaren Verplaatsen van een meertros op een andere meerpaal

    Victualie Levensmiddelen

    Vierkant werk Het karwei dat men onder handen heeft, netjes afmaken

    Vlaggeboek Rapportenboek

    Vlaggenparade Het ceremonieel bij het hijsen en neerhalen van de vlag

    W

    Walplaatster Degenen die geen gebruik maken van de accommodatiefaciliteiten van de kazerne

    Whalegang Langsscheepse gang in het benedenschip langs hutten en verblijven

    Wil Stootkussen van rubber, touw, rotan of zeildoek

    Z

    Zeevader Schepeling, die een nieuwe schepeling onder zijn hoede heeft genomen

    Zeewacht Soort wacht dat gelopen wordt als het schip vaart

    Zeeuwse rijsttafel Bruine bonen met rijst, spek, uien en piccalilly

    Zeuntje Hofmeester of hulpje belast met het uitdelen van de voeding in het cafetaria manschappen

    Ziekenpa Bijnaam voor ziekenverpleger,
    de spil in de medische wereld in de breedste zin van het woord bij de Koninklijke Marine



    Terug naar boven
    naar de MHO homepage

    Copyright © Reüniecommissie Marine Hospitaal Overveen,
    1985 by Klepsoft